Hoe Zeeuwse ouderen met dementie zelfredzaam blijven
← Terug

Hoe Zeeuwse ouderen met dementie zelfredzaam blijven

“We proberen mensen echt een dagje uit te geven, als ze bij ons komen”, zegt een stralende Flory van Eck – van Doorn (51), eigenares van zorgboerderij Landleven in Kortgene (Zeeland). “We hebben hier zoveel moois om te delen: de ruimte, het uitzicht, de mogelijkheden. Daar wil ik iedereen van laten meegenieten.” Haar zorgboerderij is 4 dagen per week geopend voor dagbesteding. Ondanks dat de zorg complex kan zijn, staat de ziekte dementie nooit op de voorgrond. “Het gaat ons om wat mensen nog wel kunnen en dat is écht heel veel.”

De warme sfeer in zorgboerderij Landleven omarmt je zodra je binnenstapt. Een plaatje uit een interieurmagazine: hoge plafonds, een groot kookeiland, zachtgroene muren, lange houten tafels en overal verse bloemen. Wat ooit landbouwschuren waren voor de opslag van aardappelen en uien, is nu een smaakvolle lounge met gezellige hoekjes en veel beweegruimte. “Ik wil mensen een thuisgevoel geven”, zegt Flory, die veel aandacht en liefde steekt in de styling.

Dagprogramma

Alles lijkt een beetje vanzelf te gaan op Landleven, waar elke dag zo’n 35 deelnemers naar de dagbesteding komen. Maar wie goed kijkt, ziet een team dat feilloos op elkaar is ingespeeld. De gediplomeerde medewerkers begeleiden kleine groepjes ouderen, die keuvelend in de weer zijn. Samen met vrijwilligers plukken ze sla uit de moestuin, snipperen paprika’s, maken een schilderij of schroeven een oude machine uit elkaar. In de werkplaats worden zelfs kruiwagens en vogelkastjes gemaakt voor de jaarlijkse fair. Samen wordt een verse maaltijd bereid die daarna smakelijk wordt opgegeten. En na het middagdutje zijn er weer groepjes actief die gaan lezen, psalmen zingen, Rummikuppen of een stukje wandelen naar de tuin of de koeienstal. Om 15.30 uur is het alweer voorbij, dan staat de taxi klaar en worden de mensen door het team uitgezwaaid.

Goede begeleiding

Dik Mol (82) komt elke vrijdag naar de dagbesteding, samen met zijn vrouw Nel (77). Sociaal contact vindt hij belangrijk, want thuis is zijn wereld zo klein geworden. Hij is een echte sfeermaker in de groep. “Ik ben vertegenwoordiger geweest, kwam overal in Zuid-Nederland. Gezellig babbelen, daar hou ik van.” Hij vertelt over de ziekte die hen beiden trof: “Mijn vrouw en ik proberen elkaar te steunen, maar het valt niet mee. We krijgen steeds meer klachten, gaan tegen dingen opzien.” Landleven vindt hij een fijne plek met goede begeleiding. “Hij laat een schilderij zien dat hij die ochtend heeft gemaakt. “Het is nog niet af hoor!” ‘s Zomers plukt hij graag bloemen in de pluktuin, met zijn vrouw. “Ja, het is hier mooi. Op Landleven heb je even geen zorgen.”

Zorgmethodiek van Böhm

Het is niet niks wat deze mensen meemaken, zegt Flory. “Dementie is echt een rouwproces. In deze fase weten mensen nog zo goed wat er aan de hand is en dat ze thuis weg moeten. Hun kinderen of partner maken zich zorgen, ze zien iemand steeds passiever worden en op hen gaan leunen.” Ze vertelt hoe ze met haar team probeert om mensen weer plezier en eigen regie terug te geven. “We zijn opgeleid in de Böhm-methodiek voor belevingsgerichte zorg. Dat is een hele mooie methode die ons veel handvatten heeft gegeven. Je leert goed aan te sluiten bij de psychobiografie en gewoonten van elke deelnemer. We zien mensen weer opbloeien als ze hier zijn, omdat we er gericht op kunnen inspelen.”

Meebewegen

Ze vertelt dat het een misvatting is dat mensen door de dementie niets meer kunnen. “Er wordt ze vaak van alles uit handen genomen, vanwege de veiligheid. Maar dat idee moet je loslaten, zegt professor Böhm. Iemand die zijn hele leven heeft getimmerd, kan nog steeds prima met een hamer overweg. Ja, we zien zelfs dat mensen hier nog nieuwe vaardigheden aanleren. Dat kan, omdat we de tijd nemen en activiteiten klein maken. Zo kan iedereen zich nuttig en waardevol voelen.” Ze noemt als voorbeeld het kweken van plantjes. “De een stopt grond in een potje, een ander de zaadjes en de volgende giet er water bij. Met eten bereiden gaat het net zo. We maken ook veel tijd voor gesprekjes over wat mensen bezighoudt. Zoals de man die de watersnoodramp meemaakte en niet kan slapen in januari. Dan is een 1-op-1 gesprekje zó belangrijk. Het belangrijkste inzicht dat Böhm ons gaf: verdiep je in hun wereld, want andersom lukt het niet meer. Door mee te bewegen, gaat alles makkelijker. Wanneer mensen zich ergens thuisvoelen, verdwijnt de onrust en ook de behoefte om weg te lopen.”

Stabiel team

Om belevingsgerichte zorg goed vorm te geven, is een sterk team nodig, beaamt Flory. Dagelijks staan er daarom 5 medewerkers en maar liefst 11 vrijwilligers klaar. Ze beginnen om 9.15 uur met een gezamenlijk overleg, waarin alle taken nauwkeurig worden verdeeld en afgestemd op de deelnemers die om 10.00 uur arriveren. “We hebben gelukkig een fijn, stabiel team met weinig verloop. En we hebben het geluk dat we vanuit de kerk makkelijk aan vrijwilligers kunnen komen. Er is zelfs een wachtlijst! We zijn één grote familie, zo voelt het voor mij. Mensen van alle rangen en standen ontmoet je hier. Een voormalig hoofd personeelszaken sluit vriendschap met een boer. Een tuinman en een rechter maken samen een tuinontwerp. Of je nu cliënt bent of vrijwilliger, iemands rol of status doen er niet toe.”

Opvolger in zicht

Toen Flory 17 jaar geleden met haar zorgonderneming begon, had ze niet gedacht dat er ooit zo’n mooi bedrijf zou staan. Van haar man Evert-Jan kreeg ze alle ruimte om te ondernemen en ook de gemeente werkte goed mee. Zo kon ze de verbouwingen stap voor stap realiseren.” Op de 74 hectare grond staan ook hun woonhuis en het melkveebedrijf van haar man en zijn broer. Samen brachten ze 2 zonen en 2 dochters groot. Inmiddels heeft dochter Elsbeth (27) die verpleegkundige is zich aangediend als opvolger en ook schoondochter Arianne (24) werkt mee als verzorgende. “Het is buitengewoon mooi dat ik nú al een opvolger heb. Elsbeth en ik vullen elkaar goed aan. Ik ben een gevoelsmens, terwijl zij beter is in organiseren en plannen. Intakes, zorgplannen enzovoorts, dat regelt zij allemaal en dat geeft mij veel rust.” Dochter Elsbeth lacht: “We hebben ook wel eens discussies hoor. Mijn moeder is een echte moederkloek, ze maakt voor iedereen plek. Ik kijk meer naar de praktische kant: we willen kwaliteit leveren, past het dan wel, kunnen we het organisatorisch nog aan? We zijn daarin wel naar elkaar toegegroeid. Ik zie hoe mijn moeder een fijne sfeer neerzet, hoe goed ze improviseert en altijd positief is. Daar leer ik weer van.”

Uitdagingen

Verbeterpunten zien ze vooral in het zorglandschap om hen heen. “De ene gemeente vergoedt de regiotaxi wel, de ander niet. Dat is best onhandig. We moeten nu zelf vrijwilligers regelen en mensen thuis ophalen. Ook vinden we het jammer dat mensen niet meer naar onze dagbesteding kunnen komen, als ze eenmaal naar het verpleeghuis gaan. Deze ouderen zijn juist gebaat bij het vertrouwde van de zorgboerderij en de continuïteit.” Plannen voor de toekomst hebben Flory en Elsbeth nog genoeg, zoals een mooie serre aanbouwen bij de kassen. In aantallen willen ze echter niet meer groeien. “Tachtig dossiers per week is genoeg uitdaging voor ons. We hebben een grote verantwoordelijkheid en het moet behapbaar blijven. We vinden het elke dag weer een feestje als we de mensen blij naar huis zien gaan. Zoals het nu gaat, zijn we tevreden.”

 

Meer informatie

Onderzoek naar Goed leven met dementie
Böhm-zorgmethodiek

“Een voormalig hoofd personeelszaken sluit vriendschap met een boer. Een tuinman en een rechter maken samen een tuinontwerp.”